Dansbeschrijving:
De kinderen staan tegenover elkaar,twee aan twee in een rij.
ze geven elkaar de rechterhand én de linkerhand (=gekruist)
De ene rij is “vader”
De andere rij is “moeder”
Zagen, zagen wiede wiede wagen = zaagbewegingen maken
Jan kwam thuis om een boterham te vragen= zaagbewegingen maken
Vader was niet thuis= De “vader” rij springt en draait een halve slag om
Moeder was niet thuis= De “moeder”rij springt en draait een halve slag om
Piep zei de muis = allemaal terug springen en draaien
In het voorhuis= we staan weer met gekruiste armen tegenover elkaar.